Preventiebeleid loopt stuk op gebrek aan financiering
Preventiebeleid is belangrijk om welvaartsverlies te beperken en meer gelijkheid in gezondheid te bereiken. Dat schrijft het Centraal Planbureau in het rapport ‘Economisch perspectief op gezondheid en preventie’. Maar effectief preventiebeleid uitvoeren is complex en vraagt om een goede samenwerking tussen beleidsterreinen, waaronder gezondheidzorg, onderwijs en infrastructuur.
Sandra van Hogen-Koster, lector Positieve Gezondheid, leefstijl en leiderschap bij hogeschool Saxion | Foto door: Cher
Sandra van Hogen-Koster, lector Positieve Gezondheid, leefstijl en leiderschap bij hogeschool Saxion, pleit daarbij voor een noodzakelijke gedragsverandering in de zorg; van ziekte en zorg naar gezondheid en gedrag. “We moeten de druk op de zorg verlichten door gezondheid centraal te stellen. Dat vraagt ook om andere scholing van huidige en toekomstige professionals en om betere samenwerking met sectoren buiten de zorg.”
Stijgende zorgkosten
Als oplossing voor de stijgende zorgkosten ziet Van Hogen-Koster, naast preventie, mogelijkheden in het anders organiseren van zorg, samenwerking met het sociaal domein en beter kijken naar wat iemand wil en nodig heeft. Als lector werkt zij daarvoor aan concrete oplossingen. “Het is een brede transformatie met meer samenwerking in de wijk, de inzet op passende zorg en het slimmer inzetten van technologie.” De zorg is volgens Van Hogen-Koster nog vaak gefragmenteerd. “De patiëntenreis is breed. Dus het is belangrijk dat je de zorg op elkaar afstemt in de praktijk. Ook is er nog te weinig aandacht voor leefstijl in brede zin.”
Als lector is zij dan ook voorstander van bijvoorbeeld leefstijlzorgloketten in het ziekenhuis, zoals bijvoorbeeld in ziekenhuis Rijnstate, of het concept Welzijn Op Recept. Maar het blijkt lastig om dit soort initiatieven goed op te zetten, zoals bijvoorbeeld bij het leefstijlzorgloket van Medisch Spectrum Twente, waar Van Hogen-Koster bij betrokken is geweest met onderzoek. “We hebben nu de doorstroom van verschillende soorten patiënten beter geregeld, mede doordat er meer partijen bij betrokken zijn. Maar de vergoeding blijft ingewikkeld. Het ziekenhuis maakt kosten, maar de baten komen op een andere plek terecht. Daarom is de samenwerking met gemeenten en zorgverzekeraars belangrijk en moeten we integraal kijken naar een passende financiering. Ook is het van belang om helder te hebben wie wat doet en wanneer in de keten”
Het grootste knelpunt bij preventiebeleid draait vaak om de financiering, vindt Van Hogen-Koster. “Deze is nog te veel gericht op ziekte en behandeling. Preventie en gezondheidsbevordering worden niet gefinancierd. We hebben budgetten nodig die over domeinen heen gebruikt kunnen worden zodat zorg, onderwijs en gemeenten samen kunnen werken aan gezondheid.” Daarbij moet preventie worden beloond, vindt Van Hogen-Koster. “Dat vraagt om politieke durf en doorzettingsvermogen.”
Gedragsverandering
De omslag van ‘ziekte en zorg’ naar ‘gezondheid en gedrag’ komt zo maar langzaam van de grond. En niet alleen de financiering is een aandachtspunt. “We zijn binnen de zorg ook steeds specialistischer geworden, daarmee verlies je soms de noodzakelijke brede blik en ontstaat het ‘hokjesdenken’. Dat is niet bevorderlijk voor iemands gezondheid.”
Ook vraagt gedragsverandering om andere vaardigheden van de professional, weet de lector. “Professionals zijn het niet gewend om de regie bij de ander te laten, zij zullen daarvoor beter getraind moeten worden.” Zo heeft van Hogen-Koster het gedachtegoed van ‘Positieve Gezondheid’ geïmplementeerd in de verpleegkundig specialisten opleidingen van hogeschool Saxion. Ook ziet zij dat het steeds vaker terugkomt in trainingen van organisaties. “Vvt-organisatie Carintreggeland heeft alle medewerkers geschoold in het voeren van ‘het andere gesprek’, waarbij meer een coachende rol van de zorgverlener wordt gevraagd. En zij hebben dat in hun visie opgenomen.”
En de maatschappij moet veranderen. “Het gedrag van de burger zelf, maar ook de omgeving. Daarbij is het vooral belangrijk te starten bij kinderen; leer hen de gezonde keuzes maken.” Ten slotte is het volgens de lector lastig om mensen de langetermijnvoordelen van preventie in te laten zien, wat het moeilijk maakt om tot gedragsverandering te komen. “Met cijfers alleen is het lastig om het succes van preventie aan te tonen. Het helpt om succesverhalen uit de praktijk actief te delen om zo de gezondheidswinst breder zichtbaar te maken.”
Bewustzijn
Van Hogen-Koster hoopt dat onder andere dat het meetinstrument van Positieve Gezondheid helpt om de gezondheid van mensen te meten zodat zij daarmee meer inzicht krijgen in gedragsverandering. En langzamerhand ziet zij ook verbeteringen als het gaat om preventie en het verschuiven van de focus naar gezondheid. “Kijk naar de leefstijlzorgloketten en het aantal organisaties dat hier iets mee wil doen. En het komt steeds beter terug in de curricula van zorgopleidingen.”
Volgens Van Hogen-Koster ontstaat er steeds meer een bewustzijn van het feit dat mensen het samen moeten doen. “Je ziet dat dit soort transformaties vaak start met regionale initiatieven voordat er een grote beweging op gang komt. Het heeft tijd nodig, maar zeker ook de inzet van de partijen uit de gezondheidzorg, onderwijs, infrastructuur, en de politiek.”